Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Nochtans is [6]Hij [7]ook wijs, en Hij doet het [8]kwaad komen, en [9]trekt Zijn woorden niet terug; maar Hij zal Zich opmaken [10]tegen het huis der boosdoeners, en [11]tegen de hulp dergenen, die ongerechtigheid werken. 6. Te weten de Heere. 7. Niet weiniger maar meer dan gijlieden, alsof de profeet zeide: de Heere weet wel hoe Hij zijne gerichten en bedreigingen zal in het werk stellen, ofschoon de Joden allerlei middelen bedenken om te ontkomen; waren zij wijs, zij zouden Hem raadvragen. 8. Dat is, straffen, ongeluk over de ongehoorzamen. 9. Maar Hij doet wat Hij dreigt. 10. Dat is, tegen de goddeloze en ongehoorzame Joden. 11. Versta, de Egyptenaars, die de Joden zouden tehulp komen.